In het spierlaboratorium van professor Coen Ottenheijm in het AmsterdamUMC locatie VUmc, is veel ervaring met het meten van kracht van individuele spiervezels. Dit is heel precies werk met behulp van geavanceerde apparatuur. Deze ervaring wordt nu ingezet om de oorzaak van de spierzwakte bij myositis te begrijpen. Als de oorzaak bekend wordt kunnen betere behandelingen worden ontwikkeld en kunnen patiënten met myositis met meer kracht in het leven staan.
Er wordt op twee manieren gekeken:
-
Spiervezels van patiënten worden per stuk secuur doorgemeten en vergeleken met gegevens van gezonde personen en patiënten met andere spierziekten. Hiermee wordt maat en getal gegeven aan de ernst van de spierschade. Hiervoor wordt weefsel gebruikt dat overblijft van het spierbiopt dat nodig was voor de diagnose.
-
In een unieke opstelling worden spiervezels (tot wel 100 tegelijkertijd) van een muis elektrisch gestimuleerd. Een slimme en sterke microscoop meet de samentrekkingen (dit gaat letterlijk om millimeterwerk). De opstelling maakt het mogelijk om bloed (van patiënten) toe te voegen en te kijken of de spiervezels hierdoor minder goed reageren. Hiermee wordt het mogelijk om de effecten van antistoffen precies te bestuderen.